
Fysiotherapie na een totale heupprothese (THP)
Het is in Nederland gebruikelijk om na een totale heupprothese operatie door een fysiotherapeut geholpen te worden met de revalidatie. Het doel is om u zo snel weer zelfstandig te laten meedoen in uw dagelijks leven en weer de dingen te doen die u leuk vindt. Hieronder staan de drie delen van de revalidatie, opgedeeld in fasen. Dit is natuurlijk slechts een voorbeeld van hoe het (vaak, maar niet altijd) gaat na een totale heupoperatie.
Behalve revalidatie na heupoperaties bieden we ook andere revalidatietrajecten aan. Hierbij hebben we unieke mogelijkheden, zoals spierkrachttesten, BFR en kunnen we gebruik maken van een (goed warm) zwembad. Lees hier meer over de mogelijkheden.
Fase 1: Direct na de operatie
(0-2 weken)
Na de operatie mag u vaak gelijk weer uit bed. Vaak ligt u niet langer dan een nacht in het ziekenhuis. Nadat de fysio in het ziekenhuis u heeft gezien, de laatste leefregels zijn doorgesproken met de arts en de verpleging u heeft ontslagen, gaat u naar huis of naar een revalidatiecentrum. Hier kan het échte revalideren beginnen. Het is logisch dat wanneer u net thuis bent gekomen, u nog niet naar de fysiotherapiepraktijk kunt komen. Wanneer u in of om Roden woont, komen we bij u. Bij u starten wij fysiotherapie met:
- Mobilisatie-oefeningen:
- Passieve en actieve bewegingen van de heup, knie en enkel. Dit zorgt ervoor dat u zo min mogelijk stijf wordt.
- Spierversterkende oefeningen:
- Oefeningen voor de bovenbeen-, bil- en heupspieren
- Geleidelijke opbouw naar actieve oefeningen tegen lichte weerstand
- Looptraining:
- Eerst lopen met twee elleboogskrukken
- Geleidelijke opbouw naar lopen zonder krukken, afhankelijk van pijn en ander ongemak.
- Instructie in het gebruik van hulpmiddelen:
- Oefenen met opstaan uit bed, zitten en lopen met krukken.
- Pijnmanagement en zwellingcontrole:
- Helpen met trucjes om pijn zelf zoveel mogelijk onder controle te krijgen. Dit zorgt voor meer grip op het hele revalidatieproces.
In deze fase is het belangrijk voor ons om het revalidatietraject op maat te maken voor u. Er zijn nou eenmaal mensen die wat belastbaarder zijn en mensen die wat minder kunnen hebben.De frequentie en intensiteit van de fysiotherapie worden daarom bepaald op basis van wat we zien en wat we van u horen.
Fase 2: Revalidatie
(2-6 weken)
In deze fase ligt de focus op het verder verbeteren van de beweeglijkheid, spierkracht en het aanleren van een efficiënt looppatroon. De hechtingen zijn er meestal uit en er begint ook weer wat kracht te komen rondom de heup. Vaak mág u zwemmen. We richten ons nu op:
- Mobilisatie-oefeningen:
- Passieve en actieve bewegingen om de volledige beweeglijkheid te herstellen, met het in acht nemen van de beperkingen die het ziekenhuis mee geeft.
- In het zwembad kunnen we oefeningen doen om de mobiliteit te verbeteren, zonder dat het volledige gewicht op de nieuwe heup komt. Vraag bij ons naar uw mogelijkheden hiervoor.
- Spierversterkende oefeningen:
- Oefeningen met weerstand voor de bovenbeen-, bil- en heupspieren
- Geleidelijke opbouw naar zwaardere oefeningen
- Het is mogelijk om samen met een fysiotherapeut van ons te oefenen in het zwembad. Spierkrachtoefeningen kunnen in meer richtingen worden uitgevoerd zonder dat het hele gewicht op de nieuwe heup komt. Dit is dus zeker een effectieve manier van revalideren na een totale nieuwe heup.
- Looptraining:
- Oefenen van lopen zonder krukken, met focus op een goed looppatroon, wanneer dit is toegestaan door het ziekenhuis. Dit hoeft niet altijd een “correct” looppatroon te zijn: Vorm gaat niet boven functie.
- Vaak zorgt het doen van looptraining ook voor een stukje conditieopbouw.
- Ook lopen kan effectief zijn in het zwembad. Omdat het vallen in (heup-diep) water eigenlijk geen consequenties heeft, is het een veilige manier om te werken aan het looppatroon.
- Balanstraining:
- Oefeningen om de balans te verbeteren zijn geschikt om zelfverzekerder te zijn en daardoor beter om te gaan met de nieuwe heup.
- Trainen van complexere bewegingen, zoals op één been staan en dingen van de grond oprapen.
- Trainen van traplopen en andere belangrijke activiteiten
In deze fase wordt de belasting geleidelijk opgevoerd, afhankelijk van de voortgang van uw voortgang. Regelmatig evalueren we wat we doen en bespreken we de voortgang. Training kan alleen effectief zijn wanneer deze bij uw niveau past, en gradueel wordt opgevoerd.
Fase 3: Late revalidatie
(6-12 weken)
In deze fase ligt de focus op het verder verbeteren van de spierkracht en het hervatten van bijvoorbeeld werk en hobby’s. Samen met u richten we ons op:
- Spierversterkende oefeningen:
- Aandacht voor het verbeteren van de algehele spierkracht. In het dagelijks leven nemen de rug en de knie een heleboel over van de heup. Het zou daarom een gemis zijn om alleen de heup te trainen.
- Oefeningen gericht op het hervatten van complexere dagelijkse activiteiten, zoals traplopen, fietsen en sporten. De laatste tijd komt naar buiten dat mensen die genoeg sporten, langer met nieuwe gewrichten doen dan mensen die het gewricht niet optimaal “gebruiken”.
- Conditie training:
- Opbouwen van de conditie met oefeningen zoals fietsen, wandelen en zwemmen
- Aandacht voor een geleidelijke opbouw van de belasting
- Zelfredzaamheid verder opbouwen:
- Instructie in het zelfstandig uitvoeren van oefeningen en activiteiten
- Hervatten van hobby’s en werk op de beste manier.
In deze fase wordt de patiënt steeds zelfstandiger in het uitvoeren van de oefeningen en dagelijkse activiteiten. De fysiotherapeut begeleidt de patiënt bij het geleidelijk opbouwen van de belasting en het hervatten van werk en sport.
Evaluatie en voortgang
Tijdens de gehele revalidatieperiode is het belangrijk om uw voortgang regelmatig te evalueren. Op basis van deze evaluaties kan het oefenprogramma worden aangepast en de belasting worden opgevoerd. Het is belangrijk om u actief te betrekken bij uw revalidatieproces. U raakt hier gemotiveerder van en u kunt daaroor makkelijker een actieve bijdrage leveren. Het stellen van haalbare maar ambitieuze doelen zijn hierbij essentieel. We gebruiken uiteraard informatie die u ons geeft bij het evalueren, en we maken gebruikt van onder andere spierkrachtmetingen.
